De zon
De
zon is noodzakelijk voor het leven op aarde, dat is natuurlijk niks nieuws.
De zon is een gloeiende glasbol met een temperatuur van wel 6000 º C (aan de
buitenkant). Van alle straling die de zon uitstraalt bereikt niet alle straling
de aarde. Een klein deel van deze straling wordt door de buitenste laag van
de lucht gebruikt om op te warmen. Een veel groter deel wordt door de bovenkant
van de wolken teruggekaatst de ruimte in. Iets meer dan de helft gaat ongestoord
door de dampkring en bereikt het aardoppervlak. Hiervan wordt weer een deel
teruggekaatst de ruimte in. Uiteindelijk bereikt ongeveer de helft van de op
de dampkring vallende straling de aarde, zodat deze warmer wordt.
Tegelijk koelt de aarde ook af. Een aantal gassen in de dampkring houdt een
deel van deze straling van de aarde in de lucht. Hierdoor bereikt de lucht een
gemiddelde temperatuur van 16ºC. Zonder die gassen zou het op aarde (gemiddeld)
18 graden vriezen. Deze gassen noemen we broeikasgassen (o.a. kooldioxide, waterdamp),
dit verschijnsel heet 'broeikaseffect'. Door de mens die enkele van deze gassen uitstoot
(bijvoorbeeld de uitlaatgassen van auto's) wordt dit effect versterkt en daardoor
wordt het langzaam warmer op aarde.
Inleiding || De zon - Stromingen - Circulatie - Klimaat || Afsluiting |